Verslag Clusiuslezing 15-4-2025

Clusiuslezing 15 april 2025


Wat een schrik: de spreekster van de avond, Tinde van Andel, plotseling verhinderd wegens ziekte. Gelukkig was Norbert Peeters op zeer korte termijn bereid voor haar in te vallen. We wensen Tinde veel beterschap.
John van Ruiten, voorzitter van de Vrienden van de Leidse Hortus, heette iedereen welkom in de mooi verbouwde Oranjerie. Dit was de eerste Clusiuslezing, er volgen er dit jaar nog twee, ook weer met interessante onderwerpen. 
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\P1490709_00041.jpg
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\P1490684_00028.jpgDe voorzitter van de Clusiusstichting, Martine Mondt, leidde Norbert Peeters in. We hebben Norbert in het verband van de Clusiuslezingen een keer eerder gehoord in een prachtige lezing over ‘Tekenen voor de wetenschap in de 19de eeuw’ samen met Esmée Winkel. Martine schetste dat Norbert als kind al geïnteresseerd is geraakt in evolutie, archeologie en filosofie via de boeken en het rariteitkabinet van zijn grootouders. Door zijn samenwerking met filosoof Wouter Oudemans voor hun boek ’Plantaardig’ werd Norberts interesse ook in planten gewekt. Norbert was samen met Esther van Gelder redacteur van de ‘Flora Batava’. En hij schreef een aantal boeken zoals ‘Wildernis-vernis’, ‘Botanische Revolutie en ‘Rumphius Kruidboek’. Martine is blij dat Norbert deel uitmaakt van het bestuur van de Clusiusstichting.

Wat is een botanische tuin? Een prisma op Leidse Hortus botanicus

Wat een botanische tuin is, beschouwt Norbert als een filosofische vraag. Hij trekt het breder: ‘Zijn wij niet een Homo hortulanus?’ Intelligentie is niet uniek voor de mens, de tuin ook niet. Prieelvogels leggen een tuintje aan om vrouwtjes te lokken; bladsnijmieren nemen stukjes blad mee naar hun nest als voedsel voor een schimmel die wordt gegeten door de mieren. Mensapen, zoals een gorilla, weten in het algemeen veel meer van planten dan een stadsmens. Dit in tegenstelling tot jager-verzamelaars: zij wisten veel van planten. Norbert speculeert dat de eerste tuin van mensen kan zijn ontstaan op de plek van het toilet van de groep. Dat zij ontdekten dat de korrels van grassen op en zandbank goed te eten waren. Zo kan het verschijnsel tuin zijn ontstaan. Tegenwoordig blinkt onze soort uit in tuinieren. Er zijn nu vele soorten tuinen: nutstuin, siertuin, daktuin, kantoortuin, biertuin. D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\P1490699_00036.jpg

De bijzonderste van al deze is de botanische tuin. Deze heeft vele betekenislagen die zijn meegegroeid met veranderingen in de botanische wetenschap. Op een beperkte oppervlakte bundelt de Leidse Hortus op prismatische wijze alle betekenisfacetten van zijn naam. Over hoe dat in de loop der eeuwen zo gekomen is gaat Norbert nader in.

Artsenijtuin; Rariteitentuin; Systeemtuin; Paradijstuin; Landschapstuin; Koloniale tuin; Laboratoriumtuin

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\12c_00033.jpgCarolus ClusiusArtsenijtuinIn de middeleeuwse kloostertuinen en apothekerstuinen werden geneeskrachtige planten gekweekt. De plantkunde behoorde dan ook tot de medicinale wetenschappen. De Leidse Hortus dateert van 1590, 15 jaar na de stichting van de universiteit. Hij viel onder de medische faculteit. Carolus Clusius werd benoemd tot prefect. Hij had een enorm netwerk en wist vele planten, waaronder de tulp, naar Leiden te krijgen. Maar hij was op leeftijd en slecht ter been. De tuin – op de plaats waar nu de zoveel mogelijk gereconstrueerde Clusiustuin is –  werd ingericht door de eerste hortulanus Dirck Cluyt (Clutius). Hij was apotheker in Delft, hij beschikte over een tuin met veel medicinale planten, waarover hij grote kennis bezat. Deze planten verhuisden naar Leiden. 
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\7f_00019.jpgD:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\7d_00018.jpg
Clusius en Clutius bij de bijen
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\11_00029.jpg

Rariteitentuin

Maar met de inbreng van de Clusius was de Hortus van begin af aan niet uitsluitend gericht op medicinale planten, hij bracht er ook siergewassen en wilde planten uit het Middellandse Zeegebied, het Midden-Oosten en Amerika in onder. Er werd in de Hortus een ambulacrium gebouwd om niet winterharde planten ’s winters in op te slaan. Daarin werden ook niet plantaardige rariteiten getoond zoals een kogelvis, een stuk koraal en een Amerikaanse krokodil. En zelfs een stukje huis van een zeemeermin…. 

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\16_00037.jpg
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\17_00038.jpg
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\28_00055.jpg
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\30a_00061.jpgSysteemtuinAl eeuwen trachtte men het plantenrijk te ordenen en op een logische manier in te delen. Dat gebeurde op veel manieren: alfabetisch of op grootte van de planten of op gelijkenis, zoals Dodoens deed in zijn befaamde Kruidboek. Orde in de chaos werd geschapen door Carolus Linnaeus. Hij classificeerde de bloeiende planten op basis van het aantal meeldraden en het aantal stampers, de geslachtorganen dus. Deze seksuele methode voor het determineren van het plantenrijk was omstreden, maar werd toch snel populair. Bloemen met bijvoorbeeld één meeldraad vormden een klasse. Binnen deze klasse had je diverse soorten. Een plant kreeg zo een dubbele naam: de eerste was de klasse, de tweede de soort. Dit systeem wordt nu nog gehanteerd en niet alleen bij de planten, de hele natuur, ook de dieren, wordt zo ingedeeld. 
Carolus Linnaeus

Om te kunnen trouwen moest Linnaeus promoveren. Dat deed hij aan de universiteit van Harderwijk, waar dat snel kom. Hij kwam dus naar Nederland waar hij ook de Leidse Hortus bezocht. Zijn standaardwerk Systema Naturea werd in 1735 gedrukt  In de Nonnensteeg vlak naast de Hortus. In de Gouden Eeuw stond de republiek der Nederlanden bekend om zijn fraaie tuinen. Dat was een eeuw later wel wat minder tot teleurstelling van Linnaeus. 
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\31_00063.jpg

Maar hij kreeg een aanstelling als prefect op landgoed de Hartecamp van Georg Clifford. De tuin daar beviel Linnaeus wel, hij schreef er de Hortus Cliffortianus (1937). Ook Agnes Block had een prachtige tuin, de Vijverhof. Zij kreeg het voor elkaar een bloeiende ananas te kweken.
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\25a_00051.jpgD:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\25b_00052.jpg

                                                                                                                  Portret van Agnes Block, Jan Weenix

Paradijstuin

In botanische tuinen werd ernaar gestreefd planten uit alle gebieden op aarde op één plaats te doen gedijen. In zo’n botanische tuin beschikte men over de expertise om dat voor elkaar te krijgen. Kennis over de omstandigheden op de plaats van herkomst is daarbij heel belangrijk. Deze omstandigheden werden kunstmatig nagebootst in de tuin, bijvoorbeeld met verwarmde kassen. Zo’n tuin waar alle planten van de wereld gedijden, werd gezien als ‘Hof van Eden’, paradijselijk dus.

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\22_00046.jpg

Het aardse paradijs met de zondeval van Adam en Eva, Peter Paul Rubens en Jan Brueghel de Oude

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\3a_00005.jpg
LandschapstuinMet de komst van de Romantiek met Jean Jacques Rousseau als één van de voortrekkers werd het aspect van Romantische schoonheid van een tuin belangrijk. In het begin van de 19de eeuw werd de Hortus uitgebreid, het gehele gebied tussen de 5de Binnenvestgracht en Witte Singel kwam erbij. Sebald Justinus Brugmans liet de tuin aanleggen in de Engelse Landschapsstijl met kronkelige paden en veel aandacht voor esthetische wilde planten. Brugmans heeft zich ervoor ingespannen de Leidse botanie los te tornen van de geneeskunde. Was de Hortus tot dan voornamelijk een kruidentuin, nu werd hij een echte plantentuin met het accent op de planten zelf. Hij huisvestte ook een kleine dierentuin in de Hortus met bizons, kangoeroes, tijgers en een Russische beer.

Jean Jacques Rousseau
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\35a_00070.jpg




Sebald Justinus Brugmans
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\35b_00071.jpg
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Interieur oude Victoriakas.jpg

Interieur oude Victoriakas: De Victoria amazonica komt uit Zuid Amerika

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\39a_00077.jpgBuitenzorgKoloniale tuinNa de Napoleontische tijd werd de Indonesische archipel een kolonie van Nederland. De Leidse hoogleraar Caspar Reinwardt legde bij Bogor een plantentuin aan: Buitenzorg. Van hieruit organiseerde Reinwardt expedities om de Indonesische flora in beeld te brengen. Veel Indonesische planten kwamen ook naar de Hortus in Leiden. Er werd ook grootschalig geëxperimenteerd met de kweek van nuttige tropische gewassen, zoals de Peruaanse kinaboom, de Braziliaanse rubberboom, de Afrikaanse oliepalm en de Midden-Amerikaanse vanilleorchidee. Deze tropische schatten werden tentoongesteld in de diverse kassen in de Hortus. Economisch interessante gewassen kregen een belangrijke plaats. 

Philipp Franz Balthasar von Siebold heeft onze tuinen voorgoed veranderd. Hij bracht heel veel planten uit Japan, ook veel sierplanten naar Leiden. Aan de Witte Singel had hij een kweektuin, waar hij zijn Japanse planten kweekte. In de Flora Japonica beschrijven Von Siebold en collega’s veel van zijn verzamelde planten. Tegenwoordig is een belangrijk deel van de planten in onze tuinen en parken oorspronkelijk afkomstig uit Japan. 

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\42_00080.jpgD:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\40_00078.jpg

            Kweektuin aan de Witte Singel  Philipp Franz Balthasar von Siebold

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\41_00079.jpgD:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\43a_00082.jpgD:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\43b_00083.jpg                                  Foto: Günter Beck
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\45_00086.jpg
LaboratoriumtuinKeek men vroeger voornamelijk naar de ‘hogere’ planten, in de 19de eeuw begonnen botanici zich ook bezig te houden met mossen en ook korstmossen en schimmels die men destijds tot het plantenrijk rekende. In het laboratorium experimenteerde men hiermee, onder meer door onder steriele omstandigheden organismen te kweken. Het lijkt misschien raar zo’n verzameling flessen, reageerbuizen en dozen een tuin te noemen, maar dit soort onderzoek is onmisbaar voor de botanie. Denk alleen maar aan het vele DNA-onderzoek dat tegenwoordig wordt gedaan. Dat heeft onder meer belangrijke verschuivingen opgeleverd in de taxonomie.D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Norbert\48a_00093.jpg
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\Botanisch practicum 1949 in het P.J. Vethgebouw [foto] A. van Vliet.jpg

Practicum in het Botanisch Laboratorium in 1948

Wilt u meer weten over dit interessante onderwerp, lees dan de mooie inleiding die Norbert heeft geschreven voor het net uitgekomen boek ‘Van Hortus & Tulp’.

Martine Mondt dankte Norbert heel hartelijk voor dit prachtige verhaal op de valreep. Zij overhandigde hem de recent verschenen biografie van Berthe Hoola van Nooten door David Coppoolse. Volgend jaar zal Davis Coppoolse een Clusiuslezing verzorgen over deze biografie. Vervolgens konden we onder het genot van een drankje nog wat napraten.

D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\P1490723_00054.jpgD:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\P1490724_00055.jpg
D:\Afbeeldingen\Nikon Transfer 2\Clusiuslezing\P1490719_00049.jpg

Tekst: Adri Mulder, beeld: Adri Mulder en uit de presentatie van Norbert Peeters

Clusiuslezingen 2025

In 2025 vinden er weer mooie lezingen plaats. Noteer deze data alvast in uw agenda:

  • 15 april: Tinde van Andel, Rauwolf herbarium
  • 1 Juli: Joop Schaminée, Levend Archief
  • 30 September: José van Paassen, Landschapsherstel

Voorpagina van het Rauwolf herbarium

The richly illustrated frontispiece of Rauwolf’s herbarium, on the left and right side depicting a man (probably Rauwolf) collecting and another studying plants. At the top and the bottom of the page there are scenes from the New Testament: Jesus in the Garden of Gethsemane, Jesus approaches Jerusalem riding a donkey. Photo: Naturalis Biodiversity Center, Leiden.

Bericht van Clusiushoogleraar Tinde van Andel

Binnen de Clusiusleerstoel aan de Universiteit Leiden ben ik betrokken bij het bestuderen van historische herbaria en botanische tekeningen gemaakt door de vroege wetenschappers, (scheeps-)artsen en ontdekkingsreizigers uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Deze collecties beslaan vaak ook medicinale en anderszins nuttige planten, zowel uit Europa als uit de tropen. Een aantal voorbeelden zijn de botanische tekeningen van medicinale planten gedocumenteerd in Ceylon door VOC-scheepsartsen, de boekherbaria van de Duitse ontdekkingsreiziger Leonhard Rauwolf, de Historia Naturalis Brasiliensis (1648) uit Nederlands Brazilië en verscheidene andere historische herbaria van anonieme botanici. Een aantal anonieme 18e-eeuwse herbaria lijken te zijn gemaakt in de Leidse Hortus Botanicus.

Op dit moment doen we onderzoek aan:
* De herbaria van Rauwolf (1535-1596), verzameld in Zuid-Frankrijk en Italië rond 1560. Onderzoeker: Anastasia Stefanaki (UU) en diverse studenten.
* Het herbarium van Simone D’Oignies (ca. 1730) door PhD student Aleid Offerhaus.
* Geïllustreerde kruidenboeken uit de 16e eeuw (Fuchs, Beck, Bock) met een focus op rituele en anti-hekserij planten. PhD student Isabela Pombo Geertsma (UU). 

Het 16e-eeuwse kruidenboek van Bock vermeldt het gebruik van Buxus struikjes voor het verjagen van de duivel. De details van dit gebruik zijn het onderwerp van het promotieonderzoek van Isabela Pombo Geertsma.

In memoriam prof. dr. Pieter Baas

Ons bereikte het droeve bericht, dat Pieter Baas op 29 april 2024, de dag na zijn tachtigste verjaardag, is overleden. Pieter was sinds 1996 een zeer gewaardeerd lid van ons bestuur. Gedurende al die jaren heeft hij belangrijke bijdragen geleverd aan de talrijke symposia, georganiseerd door de Clusiusstichting, door zelf lezingen te geven en andere sprekers uit te nodigen. Zijn voorstellen voor nieuwe onderwerpen voor lezingen waren waardevol en innovatief.

Pieter was emeritus hoogleraar systematische plantkunde bij de Universiteit Leiden en oud wetenschappelijk directeur van het Nationaal Herbarium Nederland. Hij  was een nationaal en internationaal vermaard botanicus, gespecialiseerd in de systematische en ecologische houtanatomie.

Over zijn inspiratie heeft Pieter gezegd: “Mijn eigen interesse ligt vooral in de rol die het klimaat heeft gespeeld in de diversificatie van de microscopische bouw van het hout van bomen en struiken in de laatste 100 miljoen jaar van aanpassing en selectie. De anatomie van hout in al haar schoonheid en verscheidenheid is een sleutel tot het begrijpen van hoe bomen en struiken kunnen leven en overleven. En ons menselijk bestaan  is weer ondenkbaar zonder het bestaan van houtige planten.”

Pieter was een fijngevoelige, bescheiden, onderkoeld humoristische man. Wij zullen zijn warme vriendschap zeer missen.

Clusiuslezing 23 april door Cécile Verburg

Dinsdagavond 23 april a.s. staat de volgende Clusiuslezing op het programma, georganiseerd door de Clusiusstichting en de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus. We hebben Cécile Verburg bereid gevonden om te vertellen over:

Juffertjes in ‘t groen

De lezing vindt plaats in de Oranjerie van de Hortus botanicus Leiden en begint om 20.00 uur. Hierbij nodigen we u van harte uit deze lezing bij te wonen. Omdat de ruimte in de Oranjerie beperkt is, behandelen wij aanmeldingen op volgorde van binnenkomst.

Na afloop van de lezing kunt u gezellig napraten onder het genot van een drankje.

We horen graag z.s.m. of u aanwezig wilt zijn, er is deze keer geen livestream.

Meldt u zich alstublieft uiterlijk 15 april aan door een e-mail te sturen naar g.a.van.uffelen@hortus.leidenuniv.nl

Vrouwen zijn in de loop der eeuwen op verschillende manieren bezig geweest met planten. Dat kan zijn in de tuin, als plantenjager, als schilder van planten, als verzamelaar en onderzoeker, als schrijver en dichter, en als ontwerper van tuinen en openbaar groen. Aan al deze aspecten wordt in deze lezing aandacht besteed. Voorbij komen onder andere de Middeleeuwse abdis Hildegard von Bingen, de 17e eeuwse ondernemende vrouwen Agnes Block, Magdalena van Poulle en Maria Sibylla Merian, de bloem- en plantenschilderessen Maria van Oosterwijck, Alida Withoos, Johanna Helena Herolt, Maria Moninckx, tuinontwerpsters Ko Mulder, Gertrude Jekyll, Mien Ruys, Else Hoffa, Jaqueline van der Kloet en Modeste Herwig. Ook nemen we een kijkje op een Buitenplaats. De lezing is een ode aan deze vrouwen die ons nog steeds inspireren met hun liefde voor planten en hun kijk op groen.

Afbeelding: Agneta en Catharina de Neufville, detail van schilderij David, Agneta en hun dochter Catherina Neufville door Michiel van Musscher (1645 – 1705). Copyright: Amsterdam Museum.

Kunsthistorica Cécile Verburg geeft regelmatig kunsthistorische lezingen op velerlei gebied bij o.a. de Vrije Academie. De uitnodiging om een Clusiuslezing te houden viel bij haar in goede aarde, omdat zij zich als kunsthistorica ook bezig houdt met alles wat met tuinen te maken heeft. Zij is actief in het Singelpark Leiden en verbonden aan de Stichting Kastelen, Buitenplaatsen en Landgoederen. In Leiden heeft zij de Pilgrimstuin ontworpen met 17e eeuwse planten, zie het artikel in ‘Hortus Leiden’ 2020.

We hopen u te ontmoeten op 23 april!

Clusiuslezingen 2024

In 2024 vinden er weer mooie Clusiuslezingen plaats. Noteer deze data alvast in uw agenda:

23 april – Cécile Verburg over “Juffertjes in het Groen”, een ode aan vrouwen die ons nog steeds inspireren met hun liefde voor planten en hun kijk op groen

25 juni – Michiel Plomp over Oraniënstate en Oranjegroen

15 oktober – Isabela Pombo Geertsma over kruidwis en heksenplanten